Home » Methoden » CAIS

CAIS


Intro


Over CAIS

 

Het Communicatie Assessment & Interventie Systeem voor kinderen die grote moeilijkheden ondervinden bij de verwerving van vroege communicatieve gedragingen (CAIS)

Het CAIS richt zich op één belangrijke en basale communicatieve functie, namelijk het ‘aangeven wat je wilt’. Aangeven wat je wilt hebben of doen wordt ook wel (proto-)imperatief gedrag[1] genoemd. Het CAIS biedt een geprotocolleerde werkwijze waarbij in detail is vastgelegd hoe zowel het assessment (onderzoeken op welke manier het kind zijn wensen kenbaar maakt) als de interventie (het kind leren op een meer duidelijke manier zijn wensen kenbaar te maken) worden uitgevoerd. Deze werkwijze komt tegemoet aan de behoefte die er vanuit de praktijk bestaat naar meer specifieke kennis over de manier waarop kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen communicatieve gedragingen kunnen leren, en aan de behoefte aan meer kennis over de ontwikkeling van deze vroege communicatieve gedragingen.

Algemene informatie

Het CAIS bestaat uit een assessment- en een interventiedeel. Met behulp van het assessment (onderzoek) wordt de manier waarop een kind zijn wensen kenbaar maakt vastgelegd. Voor het assessment is de inbreng van kennis en ervaringen van allen die betrokken zijn bij het kind van groot belang. Op deze manier wordt een zo representatief mogelijk beeld van het communicatieve gedrag van het kind verkregen. Vervolgens wordt, op basis van de resultaten van het assessment, een interventie (behandeling) uitgevoerd waarin het kind leert op een meer duidelijke manier (zo mogelijk met communicatief gedrag van een hoger niveau) zijn wensen kenbaar te maken. De interventie richt zich zowel op het op systematische wijze aanleren van (proto-)imperatief gedrag aan het kind als op het coachen van de sociale omgeving in de toepassing van communicatiestrategieën afgestemd op de behoeften van het specifieke kind. In het interventieprotocol is een combinatie van interventiestrategieën opgenomen. Deze interventiestrategieën zijn afgeleid van a) ‘traditionele operante gedragsprocedures’ (zoals het bekrachtigen van het gewenste gedrag en het systematisch aanbieden en vervolgens afbouwen van hulp om het gewenste gedrag te leren) en van b) zogenaamde ‘naturalistische’/’sociaalpragmatische procedures’ (de communicatieve functie van het gedrag staat voorop en leeractiviteiten kunnen in de dagelijkse leefomgeving van het kind, bijvoorbeeld tijdens spel of eetmomenten plaatsvinden).

Typen communicatievragen waarop de methode een antwoord biedt

Assessment van voorkeuren: Wat zijn de voorkeursobjecten en –activiteiten van een kind?

Assessment van (proto-)imperatief gedrag: Op welke manier maakt het kind zijn wensen kenbaar?

Interventie: Welk hoger niveau van communicatief gedrag sluit aan bij het huidige communicatieve gedrag (zone van naaste ontwikkeling waarbij rekening wordt gehouden met unieke ontwikkelpatronen)? Op welke manier kan dat gedrag worden geoefend?

Doelstelling

Het CAIS heeft als doel het niveau en de frequentie van zelfgeïnitieerde verzoeken van het kind te verhogen door het uitvoeren van een directe interventie met het kind en het begeleiden van de ouders en overige betrokkenen. Het kind leert op een duidelijkere manier zijn wensen kenbaar te maken.

Doelgroep

De methode is bedoeld voor kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen die grote moeilijkheden ondervinden bij de verwerving van vroege communicatieve gedragingen. Het gaat om kinderen met beperkingen op verschillende vlakken, zoals cognitieve, motorische en/of zintuigelijke beperkingen. Het betreft twee groepen kinderen. Ten eerste gaat het om kinderen die niet doelbewust lijken te communiceren met hun omgeving. Ten tweede betreft het kinderen die wel een communicatieve intentie hebben, maar nog geen duidelijke communicatievorm (ze spreken niet of nauwelijks en gebruiken bijvoorbeeld geen of vrijwel geen gebaren of pictogrammen in hun communicatie).

Ontwikkeld door

Ans Kilkens (spraak- & taalpatholoog en logopedist, afdeling Kinderrevalidatie van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen). De ontwikkeling en evaluatie van het CAIS betrof haar promotieonderzoek. Promotor: Prof. dr. T. Rietveld (Radboud Universiteit, afdeling Taalwetenschap), copromotores: dr. J. van der Burg (Sint Maartenskliniek en Radboud Universiteit, afdeling Orthopedagogiek) en dr. J. Klatter (Radboud Universiteit, afdeling Taalwetenschap).

Lees verder:

  Praktische toepassing

  Achtergrondinformatie

  Voorwaarden voor gebruik

  Ervaringsverhalen

  Contactgegevens & beschikbaarheid

 

Praktische toepassing

Beschrijving van de werkwijze

Het CAIS is opgebouwd uit verschillende onderdelen en heeft een stapsgewijs en cyclisch verloop.

De onderdelen zijn:

1) Het verzamelen van informatie over het kind en zijn omgeving;

2) Het inventariseren van de voorkeursobjecten en –activiteiten van het kind (indirect aan de hand van een vragenlijst en direct via een systematische observatie);

3) De afname van het assessment van (proto-)imperatief gedrag aan de hand van ontlokkingstaken;

4) De scoring van de communicatieve gedragingen van het kind;

5) De vaststelling van de doelgedraging;

6) De uitvoering van een baselinemeting (voormeting);

7) De uitvoering van de training;

8) De uitvoering van de generalisatietraining;

9) De evaluatie en eventuele selectie van een volgende doelgedraging (waarna weer verder vanaf onderdeel 6).

Tijdens de training is er sprake van een doorlopende dataverzameling ten behoeve van de evaluatie en bijsturing van de interventie. De procedures die worden gevolgd bij de verschillende onderdelen zijn in detail beschreven en er zijn formulieren beschikbaar ten behoeve van de voorbereiding en registratie van de uitvoering. Hieronder wordt kort ingegaan op de onderdelen assessment van (proto-)imperatief gedrag en de interventie.

Assessment van (proto-)imperatief gedrag

Om (proto-)imperatief gedrag te kunnen uitlokken is het belangrijk om te weten wat de geliefde objecten/activiteiten van een kind zijn (hoe ziet men aan het kind dat het plezier beleeft?). Deze voorkeursstimuli worden tijdens zogenaamde ontlokkingstaken op verschillende manieren onthouden aan het kind. Zo wordt het kind gestimuleerd om te communiceren met zijn omgeving (aan te geven wat het wil). Zeker voor de doelgroep van het CAIS, waarbij initiatieven in de communicatie (zeer) weinig voorkomen en/of binnen een laaggestructureerde situatie niet goed interpreteerbaar zijn, geniet het uitlokken van (proto-)imperatief gedrag de voorkeur boven het observeren van dit gedrag. De afname van de ontlokkingstaken worden op video vastgelegd en vervolgens wordt het gedrag van het kind nauwkeurig geanalyseerd en gescoord op een schaal. Op basis van de resultaten van het assessment wordt door het behandelteam (inclusief ouders) een doelgedraging vastgesteld: het kind gaat leren op een meer duidelijke manier (met communicatief gedrag van een hoger niveau) zijn wensen kenbaar te maken. Informatie van de ergo- en/of fysiotherapeut over bijvoorbeeld de motorische mogelijkheden van het kind is van groot belang bij de vaststelling van de doelgedraging.

 

Interventie

In het interventieprotocol is een combinatie van interventiestrategieën opgenomen, waarbij ook principes uit de toegepaste gedragsanalyse worden ingezet. Een CAIS-therapeut verzorgt één-op-ééntrainingen waarin het doelgedrag bij het kind wordt ontlokt en de therapeut hulp biedt bij de vertoning ervan. Dit noemen we ‘prompten’. De hulp is aanvankelijk intensief en wordt daarna op een systematische wijze afgebouwd. Allen die bij het kind betrokken zijn, ontvangen kindspecifieke communicatie-adviezen en zij worden gecoacht in het toepassen ervan. Zij gaan bijvoorbeeld het doelgedrag zelf in hun communicatie gebruiken (als voorbeeldgedrag).

 

De rol en verantwoordelijkheden

Een communicatiedeskundige (bijvoorbeeld een logopedist, taal- en spraakpatholoog, orthopedagoog) leidt de betrokkenen (ouders, paramedici, onderwijs- en zorgpersoneel) door het proces van assessment en interventie.

Methoden die ernaast gebruikt kunnen worden

Het CAIS wordt bij voorkeur zo vroeg mogelijk ingezet (vroegtijdige interventie), zodat het kind via deze gestructureerde werkwijze vervolgens beter in staat is om van een breder opgezette communicatie- /taalmethode te kunnen profiteren met bijvoorbeeld als doel uitbreiding van diverse andere communicatieve functies.

Te verwachten resultaat van de methode

Het kind leert op een meer duidelijke manier aan te geven dat het een bepaald object of activiteit wil. De betrokkenen bezitten de benodigde kennis en vaardigheden om op een gestructureerde wijze (proto-)imperatieve gedragingen te oefenen met het kind en zich aan te passen aan de communicatiemogelijkheden van het kind. Ook kleine maar essentiële veranderingen in het communicatiegedrag van het kind kunnen objectief worden aangetoond.

 

Achtergrondinformatie

Ontstaansgeschiedenis

Het CAIS is ontwikkeld binnen een promotieonderzoek dat werd uitgevoerd in de Sint Maartenskliniek en de St. Maartenschool (speciaal onderwijs, cluster 3) in Nijmegen in samenwerking met het Centre for Language Studies van de Faculteit der Letteren van de Radboud Universiteit Nijmegen. Op de afdeling Kinderrevalidatie van de Sint Maartenskliniek en de St. Maartenschool is de afgelopen twintig jaar veel ervaring opgedaan met de inzet van Ondersteunde Communicatie bij kinderen die niet of nauwelijks spreken. Dat betrof in eerste instantie kinderen die over het algemeen beduidend meer begrepen dan dat ze zelf duidelijk konden maken. Hun spraakontwikkeling werd gehinderd door problemen in de mondmotoriek. Sinds veranderingen in de wet, een tiental jaren geleden, maken nu echter ook kinderen met een grote zorgbehoefte en een laag ontwikkelingsniveau, die voorheen niet voor onderwijs in aanmerking kwamen, deel uit van de doelgroep binnen het speciaal onderwijs en de kinderrevalidatie. Deze kinderen hebben zowel een ernstige beperking in het begrijpen als het uiten. Een groot aantal vragen over de  inhoud en randvoorwaarden van de communicatiebehandeling aan deze kinderen bleek onvoldoende te kunnen worden beantwoord, zoals “Welke behandeltechnieken kunnen worden gebruikt?” en “Hoe kunnen eventuele veranderingen in de communicatieve gedragingen worden vastgesteld?”. In het revalidatieteam en op school was sprake van een beperkte consensus wat betreft de inhoud van de communicatiebehandeling. Dit was de aanleiding voor de ontwikkeling van het CAIS.

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar het effect van de methode

De werkwijze bij het CAIS is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten omtrent communicatieontwikkeling en –stimulering bij kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen. Voor het evaluatieonderzoek werd de werkwijze toegepast bij 24 kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen. Deze kinderen bezochten de peuterrevalidatie van de Sint Maartenskliniek, het speciaal onderwijs cluster 3 of een orthopedagogisch dagcentrum (ODC) voor kinderen met een verstandelijke en/of meervoudige beperking.

 

Het CAIS is in een ruime verzameling casestudies doeltreffend gebleken. Door de inzet van het CAIS verwierven de deelnemers meer dan wat op kansniveau te verwachten is (proto-)imperatieve gedragingen. Veertien van de achttien deelnemers voor wie de analyse kon worden uitgevoerd, verwierven meerdere doelgedragingen. Bij tien van deze deelnemers kwam het behandelteam gedurende de onderzoeksperiode tot het oordeel dat zij voldoende hun wensen kenbaar maakten. Deze deelnemers begonnen spontaan imperatieve gedragingen te laten zien die niet specifiek waren geoefend (dit noemen we responsgeneralisatie). Het CAIS werd bij deze deelnemers afgerond om vervolgens een communicatie- en taalinterventie te starten met een bredere insteek dan het CAIS. De vier deelnemers voor wie op basis van strenge criteria niet kon worden aangetoond dat het CAIS doeltreffend was lieten wel af en toe doelgedragingen zien maar niet frequent genoeg of nog alleen in de therapiesituatie. Tevens kwam uit de resultaten van het onderzoek naar voren dat het CAIS voor getrainde logopedisten een goed uitvoerbare werkwijze is, die bovendien wordt gewaardeerd door de ouders.

De opzet en de resultaten van het evaluatieonderzoek zijn beschreven in het proefschrift: De ontwikkeling en evaluatie van het Communicatie Assessment & Interventie Systeem voor het aanleren van (proto-)imperatief gedrag aan kinderen met complexe ontwikkelingsproblemen (Kilkens, 2015).

 

Wijze waarop de methode getoetst is

De werkwijze is in een ruime verzameling casestudies wetenschappelijk getoetst op uitvoerbaarheid, doeltreffendheid en waardering door de ouders.

 

Voorwaarden voor gebruik

Visie van de organisatie

Intensieve samenwerking tussen verschillende betrokkenen vanuit de visie ‘een kind één plan’.

 

Tijd en geld

Er is scholingstijd nodig voor een communicatiedeskundige (bijvoorbeeld een logopedist, taal- en spraakpatholoog, orthopedagoog) om opgeleid te worden als CAIS-therapeut. Verschillende communicatievormen (bijvoorbeeld pictogrammen) moeten beschikbaar zijn.  De duur van de CAIS-trajecten zal variëren.

 

Houding van de personen rond de cliënt

Allen die betrokken zijn bij het kind leveren een actieve bijdrage door hun kennis over het kind te delen met het behandelteam en door de communicatie-adviezen in de dagelijkse situatie toe te passen (transdisciplinaire samenwerking).

Aanschaf en gebruik (leren) maken van hulpmiddelen

Om het communicatieve gedrag van het kind en de volwassene in detail te kunnen analyseren is het maken van video-opnamen noodzakelijk.

Diagnostiek en screening vooraf

Kindkenmerken (zoals ontwikkelingsniveau, sensomotorische vaardigheden, enz.) worden zo compleet mogelijk in kaart gebracht. Er wordt een integraal beeld gevormd van de mogelijkheden van het kind en zijn omgeving. Hierbij dient aandacht te zijn voor alle aspecten van de ontwikkeling van het kind en voor de samenhang tussen de verschillende ontwikkelingsdomeinen.

Goede implementatie

Het CAIS wordt vooralsnog alleen ingezet binnen de peuter- en kinderrevalidatie van de Sint Maartenskliniek en de St. Maartenschool. Verdere implementatie van de werkwijze wordt onderzocht.

Ervaringsverhalen

Uit het onderzoek naar de waardering van het CAIS door de ouders kwam een hoge waardering naar voren, zowel wat betreft de interventiedoelen als de uitvoering en de resultaten van de interventie. De stelling “ik zou het CAIS aanbevelen aan andere ouders/verzorgers” had een gemiddelde score van 3,6 op de vierpuntschaal: 1 = helemaal niet eens, 2 = overwegend niet eens, 3  = overwegend eens, 4 = helemaal eens (gebaseerd op de gegevens van 18 ouderparen).  Meerdere ouders rapporteerden dat hun kind na de interventie spontaan duidelijk maakt wat het  wil en hier ook zichtbaar trots op is. Ook werd een aantal keer gemeld dat het kind rustiger en minder gefrustreerd leek te zijn.

Nog letterlijke citaten opnemen

Heeft u ervaring met deze methode of een andere methode en wilt u uw ervaring delen? Mail ons uw verhaal. Stuur uw ervaring naar mail@communicatiemethodenemb.nl

Contactgegevens en beschikbaarheid

Sint Maartenskliniek

Kinderrevalidatie

Postbus 9011
6500 GM Nijmegen
Tel. 024-3659140
E-mail a.kilkens@maartenskliniek.nl

 

Geografische beschikbaarheid

Het CAIS wordt vooralsnog alleen ingezet binnen de peuter- en kinderrevalidatie van de Sint Maartenskliniek en de St. Maartenschool. Verdere implementatie van de werkwijze wordt onderzocht.

Wanneer kan men starten

 



[1] Proto-imperatief gedrag wordt gedefinieerd als het duidelijk maken wat je wilt verkrijgen door bijvoorbeeld te reiken, te kijken en/of geluid te maken. Imperatief gedrag wordt gedefinieerd als het duidelijk maken wat je wilt verkrijgen door het gebruik van symbolen, bijvoorbeeld gesproken woorden, gebaren en/of grafische symbolen. Het CAIS richt zich zowel op proto-imperatief gedrag als op imperatief gedrag. Het betreft één van de eerste communicatieve functies die een kind ontwikkelt en is zeker voor kinderen die beperkt zijn in hun zelfredzaamheid zeer belangrijk.