Intro
Over COCP
Communicatieve Ontwikkeling van niet of nauwelijks sprekende kinderen of volwassenen en hun Communicatiepartners
De kracht van de COCP-methode: álle mensen die een rol spelen in het leven van het kind of de volwassene die niet spreekt worden bij de methode betrokken. Zij vormen een ‘communicatiegroep’. Een interventieteam is verantwoordelijk voor coördinatie en uitvoering van het programma. De methodische kern van het COCP-programma bestaat uit groepsbijeenkomsten, individuele communicatieplannen en begeleidingsgesprekken aan de hand van video’s.
Algemeen
Algemene informatie
Bij de start wordt uitgebreid in kaart gebracht hoe het kind of de volwassene op dat moment communiceert: welke functies gebruikt hij en hoe doet hij dat? Vervolgens kiest de groep voor één communicatieve functie en één of meer communicatievormen die iedereen gaat stimuleren. De communicatiegroep bepaalt in onderling overleg het doel voor de komende periode.
De kern van de methode:
- systematisch betrekken van het hele netwerk
- interdisciplinair
- uitgaan van functionele communicatie
- inhoudelijke kern: communicatieve functies, communicatievormen, partnerstrategieën
- organisatorische kern: interdisciplinair interventieteam, communicatiegroep
- methodische kern: cyclische vorm, groepsbijeenkomsten, individuele interventieplannen, individuele en groepsbegeleiding aan de hand van video’s
Het programma is gebaseerd op theorieën over (vroege) interactie en taalontwikkeling.
Typen communicatievragen waarop de methode een antwoord biedt
Elkaar beter begrijpen, toename beurt nemen en initiatief nemen in de communicatie, uitbreiding communicatieve functies en communicatievormen en vergroting van responsiviteit bij partners.
Doelstelling
Het verbeteren van de (communicatieve) interactie tussen niet-sprekende kinderen of volwassenen en hun (sprekende) communicatiepartners.
Doelgroep
Niet-sprekende kinderen of volwassenen en hun ouders, familieleden, begeleiders, therapeuten.
Aanvankelijk is het programma ontwikkeld voor mensen die wel gesproken taal kunnen horen en mogelijk begrijpen, maar die niet kunnen spreken (bijvoorbeeld de groep mensen met een cerebrale parese in een revalidatiecentrum, tyltylschool).
In 2010 verscheen een speciale versie voor mensen met een laag ontwikkelingsniveau die niet kunnen spreken en die mogelijk door anderen gesproken taal niet begrijpen (COCPvg). Zij komen voor het programma in aanmerking als één of meerdere communicatiepartners intentioneel gedrag herkent of verwacht dat de persoon dit gedrag zal kunnen ontwikkelen.
Ontwikkeld door
Margriet Heim, Vera Jonker, Marjan Veen
Toepassing
Praktische toepassing
Beschrijving van de werkwijze
De inhoudelijke kern bestaat uit een beschrijving van vroege communicatieve functies, communicatievormen en partnerstrategieën.
Bij de start wordt uitgebreid in kaart gebracht hoe de persoon op dat moment communiceert. Vervolgens kiezen de begeleiders één functie met mogelijke communicatievormen, die iedereen gaat stimuleren. De communicatiegroep bepaalt dus in onderling overleg het doel voor de komende periode, zij werken dit uit in een individueel communicatieplan.
De partnerstrategieën zijn bedoeld om communicatie te vergemakkelijken, maar ook om de gekozen functie en vorm uit te lokken. De communicatiegroep maakt afspraken over geëigende communicatievormen, hulpmiddelen en aanpassingen in de omgeving. Begeleidingsgesprekken – individueel of in kleine groepjes – vinden plaats aan de hand van video-opnames. De partnerstrategieën en het individuele communicatieplan vormen de leidraad bij deze gesprekken.
De organisatorische kern bestaat uit het interdisciplinaire interventieteam en de communicatiegroep. In de communicatiegroep zitten alle mensen die een belangrijke rol spelen in het leven van de persoon die niet spreekt. Het interventieteam is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van het programma.
De methodische kern bestaat uit groepsbijeenkomsten, individuele interventieplannen en begeleidingsgesprekken aan de hand van video’s.
Rollen en verantwoordelijkheden
In het interventieteam zitten een logopedist, een ergotherapeut en een gedragswetenschapper. In de vg-versie bestaat een team uit een logopedist, een gedragswetenschapper en een cliëntbegeleider. Het team is verantwoordelijk voor de coördinatie en organisatie van de uitvoering van het programma.
Methoden om ernaast te gebruiken
De methode is na of naast ‘Verstaanbaar maken’ te gebruiken (assessment en al enige verandering in de interactie). ‘Ervaar het maar’ kan tips geven over activiteiten die de communicatie uitdagen.
Te verwachten resultaat
- Een gelijkwaardiger interactie (meer beurten en meer initiatieven in de communicatie).
- Het verwerven van nieuwe communicatieve functies dan wel een frequenter en gevarieerder gebruik van al aanwezige functies.
- Het verwerven van nieuwe communicatievormen en/of een uitbreiding van de symbolenschat (woorden, gebaren, verwijzers, foto’s/plaatjes).
Achtergrond
Achtergrondinformatie
Ontstaansgeschiedenis
COCP is ontstaan bij de vakgroep Taalwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Het programma werd begin jaren ‘90 ontwikkeld voor de revalidatiesector. De methode is wetenschappelijk onderzocht in Heliomare en in Delft (Heim & Jonker, 1996; Heim, 2011). De speciale vg-versie is wetenschappelijk onderzocht in Esdégé-Reigersdaal voor effectiviteit, uitvoerbaarheid en sociale validiteit (Heim, Veen & Velthausz, 2011; te downloaden op www.cocp.nl).
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar het effect van de methode
Uit het effectonderzoek naar de revalidatieversie (Heim, 2001) bleek dat twee van de drie onderzochte kinderen na interventie meer gingen communiceren en meer initiatieven namen in de communicatie. Bovendien namen hun symbolische communicatievaardigheden toe.
Uit een evaluatieonderzoek onder professionals en familie (Heim & Jonker, 1996) bleek dat zij het programma erg waarderen. Vooral het betrekken van het sociale netwerk, het veelvuldig gebruik van video-observaties en de gestructureerde aanpak kregen veel lof.
In 2011 werd het onderzoek afgerond naar de effecten, de uitvoerbaarheid en de sociale validiteit van het speciale COCPvg-programma. Bij dit onderzoek waren negen cliënten met een (zeer) ernstige verstandelijke of meervoudige beperking betrokken en ongeveer vijftig professionals en verwanten uit de sociale netwerken van deze negen cliënten. De resultaten toonde positieve effecten aan op het communicatieve gedrag van alle onderzochte communicatiepartners en van alle cliënten, hoewel de laatsten verschilden in de aspecten waarop en de mate waarin ze vooruitgingen. Verder is gebleken dat het programma goed uitvoerbaar is in een zorginstelling en voorziet in een belangrijke ondersteuningsbehoefte. De waardering voor het programma is ook nu weer zeer hoog, zowel bij de professionals als bij de verwanten van de cliënten.
Wijze waarop de methode getoetst is
Zowel de revalidatieversie als de versie voor zorginstellingen voor verstandelijk gehandicapten zijn wetenschappelijk getoetst op effectiviteit, uitvoerbaarheid en sociale validiteit.
Voorwaarden
Voorwaarden voor gebruik
Visie van de organisatie
De organisatie moet bereid zijn interdisciplinair te werken. Er moet bereidheid zijn samen te werken met het sociale netwerk op basis van gelijkwaardigheid.
Tijd en geld
Voor elke cliënt wordt een interventieteam samengesteld. In de revalidatie bestaat die team uit een logopediste, ergotherapeut, orthopedagoog/psycholoog. In de sector verstandelijk gehandicapten uit een logopediste, orthopedagoog/psycholoog, cliëntbegeleider.
Dit team besteedt in de eerste fase gemiddeld 6 uur per week aan het programma, in de tweede fase 8 uur per week en in de uitvoeringsfase 4 uur per week.
Een interventiecyclus duurt tussen de 8 en de 12 maanden. In de revalidatie volgen kinderen gemiddeld 3 cycli, in de verstandelijk gehandicaptenzorg zullen over het algemeen 1 of 2 cycli voldoende zijn.
Houding van de personen rond de cliënt
Van de omgeving van de cliënt wordt een actieve bijdrage verwacht. Men moet geen bezwaar hebben tegen het maken van video-opnames.
Aanschaf en gebruik (leren) maken van hulpmiddelen
Videocamera en afspeel- en montage-apparatuur en software, diverse communicatiehulpmiddelen in individuele communicatiesystemen.
Diagnostiek en screening vooraf
- COCP(vg)-vragenlijsten
- Uitgebreid dossieronderzoek
- Bestaande instrumenten voor onderzoek naar algemene ontwikkeling en taalbegrip
- Instrument voor observatie sensomotorische vaardigheden
- Instrument voor observatie interacties
Goede implementatie
Medewerkers moeten bereid zijn interdisciplinair of transdisciplinair te werken. Ook moeten zij bereid zijn gezamenlijk besluiten te nemen in de communicatiegroep. Dit betekent een belangrijke inbreng van ouders en andere personen die belangrijk zijn voor de cliënt. Daarnaast moeten zij de COCP-cursus volgen. Tijdsinvestering: 7 x 2 uur en 4 x een follow-up bijeenkomst.
Ervaringen
Ervaringsverhalen
COCP wordt positief gewaardeerd door de concrete handvatten voor het hele netwerk. Marla, de moeder van Yasmin heeft haar ervaringen met COCP opgeschreven, dit is te downloaden: Leren luisteren met je ogen.
Heeft u ervaring met deze methode of een andere methode en wilt u uw ervaring delen? Mail ons uw verhaal. Stuur uw ervaring naar mail@communicatiemethodenemb.nl
Contact
Contactgegevens en beschikbaarheid
Marjan Veen
Heliomare revalidatie
Relweg 51
1949EC Wijk aan Zee
e-mail: cocp@heliomare.nl
http://www.COCP.nl
Heim, M. J. M., Jonker, V. M., & Veen, M. (2006). Het COCP-programma. Handleiding en materiaal. (Tweede geheel herziene druk, met cd-rom). Wijk aan Zee/Amsterdam: Heliomare revalidatie / Universiteit van Amsterdam.
Heim, M.J.M., Veen, M. & Velthausz, F. (2010). Het COCPvg-programma. Handleiding en materiaal. Met cd-rom. Amsterdam: COCP-publicaties.
Geografische beschikbaarheid
Het COCP(vg) is in Nederland en Vlaams België te verkrijgen.
Wanneer kan men starten
In overleg met Heliomare of Esdégé-Reigersdaal kan men een cursus/implementatietraject afspreken. Vilans organiseert introductieworkshops voor een eerste kennismaking met het programma. Meer informatie op www.vilans.nl/trainingen.