Home » Methoden » COO

COO

Intro


Over COO

Taalvermogen is van nature aanwezig in ieder mens, ongeacht de aard en ernst van zijn beperkingen. Taal is meer dan spraak. Het is vervlochten in het totale functioneren van de mens. Door deze allesomvattende aanwezigheid kunnen we via de taal altijd een passende uitweg vinden. Zonder deze aanwezigheid zouden doof geboren kinderen nooit op een natuurlijk manier gebarentaal kunnen leren.

COO staat voor Communicatie Ontwikkeling en Ondersteuning

Algemeen


Algemene informatie

Mensen hebben van nature de aanleg zich aan te passen aan hun beperkingen (accommodatie of compensatie). Voor elke beperking staat wel een vaardigheid die de persoon en zijn omgeving samen kunnen ontwikkelen of hebben ontwikkeld. Vervolgens worden vanuit de directe leefomgeving gelegenheden, methoden en strategieën bedacht om die competenties ook daadwerkelijk tot ontwikkeling te brengen.

De methode is een samenspel van verschillende theorieën en disciplines (sociaal ecologisch, maatschappelijk, taalwetenschappelijk, neurocognitief, paramedisch, ondersteunende technologie) die in onderling verband worden ingezet om een zo groot mogelijke kwaliteit van bestaan te bieden. De persoon krijgt zoveel mogelijk de regie over het eigen bestaan vanuit een daarop ingerichte en aangepaste sociale en fysieke omgeving.

Typen communicatievragen waarop de methode een antwoord biedt

Daar waar sprake is van complexe, vaak meervoudig bepaalde, communicatiebehoeften. Dat kan op alle leeftijden het geval zijn en de aard kan dus sterk verschillend zijn.

Doelstelling

Vast stellen van de communicatieve competenties van de cliënt en deze door aanvulling, ondersteuning en aanpassingen te versterken in de directe leefomgeving van de persoon.

Doelgroep

Mensen die door aangeboren of verworven stoornissen niet of nauwelijks (meer) kunnen praten, lezen, schrijven of gebaren(taal) gebruiken.

Ontwikkeld door

Hans van Balkom en Marguerite Welle Donker-Gimbrère

Toepassing


Praktische toepassing

Beschrijving van de werkwijze

  1. Bepalen van het niveau van communiceren door onder andere:
    • aandacht,
    • (werk)geheugen,
    • waarneming,
    • cognitie,
    • (senso)motoriek,
    • taalvermogen,
    • socio-emotioneel functioneren,
    • behoeften,
    • motivatie en
    • omgevingsfactoren

    Al deze factoren bepalen samen de mogelijkheden of communicatieve competentie. De gegevens worden verkregen door een persoon- en sociaal assessment en vastgelegd in het Communicatie Competentie Profiel (CCP) voor cliënt en omgeving

  2. Omzetting naar competenties en kansen via een sterkte-zwakteanalyse (SWOT-analyse) van beperkingen, vaardigheden, mogelijkheden en gelegenheden/kansen.
  3. Interpreteren van de resultaten en omzetten naar een ondersteunings- en interventieplan voor communicatieontwikkeling.
    Deze interventie- en ondersteuningsdoelen krijgen een volgorde van urgentie in samenspraak met de cliënt en alle betrokkenen. Leidend hierbij zijn het perspectief van de cliënt en het ondersteuningspotentieel van de omgeving.
  4. Vaststellen van een beoordelingscriterium en een tijdpad per doel.
    De omgeving creëert gelegenheden en kansen die de mogelijkheden en competenties versterken en daardoor beperkingen en valkuilen reduceren.
  5. Competenties worden al werkende duidelijk (‘dynamische assessment’).
    Er ontstaat een ondersteuningsgerichte handelingswijze gebaseerd op de veranderende mogelijkheden, behoeften en motivatie van persoon en omgeving.
  6. De persoon moet leren initiatieven te nemen, het ergens mee eens of oneens te zijn, om iets wel of niet goed, leuk, of lekker te vinden. Communicatievormen zijn ondersteunend en worden ‘op maat’ uitgewerkt.

Rol en verantwoordelijkheden

De GZ-psycholoog of behandelcoördinator is verantwoordelijk binnen de zorginstelling. Ouders/verzorgers en de cliënt zelf bepalen en beslissen hoe de uiteindelijke communicatieondersteuning eruit gaat zien. In alle gevallen is COO-certificering belangrijk.

Methoden die ernaast gebruikt kunnen worden

Naast COO kunnen tal van gereedschappen uit andere programma’s gebruikt worden. Voorwaarde is, dat de ontwikkelgegevens duidelijk en navolgbaar zijn. COO maakt integrale OC-toepassingen mogelijk en bepaalt hoe en wanneer deze moeten worden ingezet.

Te verwachten resultaat van de methode

COO leidt altijd tot een CCP (Communicatie Competentie Profiel) en op verzoek tot ondersteuning of interventie.

Achtergrond


Achtergrondinformatie

Ontstaansgeschiedenis

COO is gebaseerd op het multidisciplinaire vakgebied ‘Ondersteunde Communicatie (OC)’, gebaseerd op het Engelstalige ‘Augmentative and Alternative Communication (AAC)’.

Het vakgebied AAC/OC is ongeveer 25 jaar geleden ontstaan uit studies en interventieprogramma’s voor meervoudig beperkte dove kinderen en mensen met motorische en meervoudige beperkingen. Het vakgebied putte vooral uit de kennis en ervaring van studies over het ontstaan van talen, gebarentaalstudies en de ‘Totale Communicatie (TC)’-benadering in de dovenpedagogiek.

De opkomst van de computer zorgde voor een groei van computerondersteunde communicatiehulpmiddelen en aanpasbare bedienings- en weergavetechnieken, zoals spraaksynthese, spraak- en gebarenherkenning. Vooral bij taalverwerving en –verwerking was dit succesvol en nam de invloed van educatieve en interventiegerichte benaderingen en revalidatiegeneeskunde toe.

OC/AAC heeft de afgelopen tien jaar een belangrijke mediërende rol gespeeld in onderzoek, ontwikkeling en implementatie van goede praktijken in de zorg, het onderwijs en in leef- en woonondersteuning. OC wordt gezien als basisvereiste voor volwaardig burgerschap, inclusie, emancipatie en participatie in onze talige informatiemaatschappij.

We spreken van Ondersteunde Communicatie (OC): mogelijkheden en gelegenheden moeten ondersteund worden. Dit in tegenstelling tot ondersteunende communicatie, waarbij de communicatie zelf sterk genoeg is om ondersteunend ingezet te worden.

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar het effect van de methode

Schlosser R.W. (2003). The efficiency of augmentative and alternative communication: Toward evidence-based practice. San Diego: Academic Press.
In Nederland zijn er vooral ‘practice based evidence’ publicaties van COO en AAC (zie van Balkom & Knoops, 2008; van Balkom 2009).

Wijze waarop de methode getoetst is

Casestudy waarbij een OC-traject volgens COO-methodiek is opgezet met één of meerdere baseline-meting(en) en gestandaardiseerde en geprotocolliseerde metingen op resultaten (kwalitatief en kwantitatief).

Voorwaarden


Voorwaarden voor gebruik

Visie van de organisatie

De organisatie ziet communicatieontwikkeling en -ondersteuning voor mensen met complexe communicatiebehoeften als een kernvoorziening.

Tijd en geld

Afhankelijk van aard, ernst en verloop van de problematiek:

  • passende communicatie-attitude en bereidheid om OC toe te passen;
  • financiering van reguliere procesondersteuning en kennis over OC;
  • advisering, inrichting, toepassing en onderhoud van communicatie-ondersteunende voorzieningen (zoals gebarenkennis, selectie en toepassingen van grafische symbolen, toepassingen van OC bij geletterdheid, kennis over technische apparatuur).

Houding van de personen rond de cliënt

Geloof in ‘communicatieontwikkeling en ondersteuning’, kiezen voor OC als integrale en transcategoriale aanpak voor mensen met complexe communicatiebehoeften. Het besef dat mensen in de omgeving zelf bijdragen aan en dus onderdeel zijn van het communicatieprobleem, maar tegelijkertijd ook de oplossing kunnen bieden.

Aanschaf en gebruik (leren) maken van hulpmiddelen

  • De opzet van een CCP
  • Video-Interactie-Begeleiding/videofeedback
  • MILOnet (www.milonet.nl )
  • Kennis van OC en daarbij behorende attitude en werkwijze(n)

Diagnostiek en screening vooraf

  • Communicatie Competentie Profiel (CCP) en Communicatieondersteuningsplan
  • Dynamische assessment: Communicatie Ontwikkeling en Ondersteuning Assessment en Interventieplanning
  • SWOT- analyse (als deel van CCP)
  • Sociale Netwerkkaart (als deel van CCP)
  • MILOnet met digitaal cliënt-portfolio, CCP
  • KLINc: Kinderen Leren Initiatieven Nemen in communicatie (vroeginterventieprogramma)
  • KWECOO: Leef-/woonprogramma gebaseerd op COO voor jongeren en volwassenen (ook ouderen)

Goede implementatie

Er moet een speciaal expertiseteam per instelling/voorziening aanwezig zijn, dat gecertificeerde zorg/ondersteuning biedt en op landelijk niveau ondersteund wordt.

Ervaringen


Ervaringsverhalen

Het verhaal over Aukje in: Welle Donker-Gimbrère M., Slofstra-Bremer C., van der Meulen S., van Denderen-Lubbers M., van Beek B., Verschoor A.: Spraak- en taalproblemen bij kinderen – ervaringen en inzichten, 2001.
Aukje is congenitaal blind, niet sprekend, verstandelijk beperkt, epileptisch. Het gaat bij haar om de geleidelijke verwerving en succesvolle toepassing van concrete verwijzers (miniatuurvoorwerpen), communicatieborden, lichaamsgebonden en sterk vereenvoudigde gebaren die zij zelf gebruikt, vier-handen-gebaren (receptief ondersteunend) en de ondersteuning via een spraakcomputer met tactiele symbolen (MyVoice en Alfa Talker).

Heeft u ervaring met deze methode of een andere methode en wilt u uw ervaring delen? Mail ons uw verhaal. Stuur uw ervaring naar mail@communicatiemethodenemb.nl

Contact


Contactgegevens en beschikbaarheid

Hans van Balkom
KEG Viataal Groep, PonTeM, RU-Nijmegen/EAC en de Stichting MILO: wegbereiders in Communicatie
e-mail info@pontem.nl
website www.pontem.nl
PonTeM
p/a Wijchenseweg 122D
6538 SX Nijmegen
Tel 024-3667466

BOSK werkgroep Spraak-/taalmoeilijkheden en onderzoeksprogramma ‘Zoveel Zeggend’: www.bosk.nl

Boeken:

  • Kiezen voor communicatie (Van Balkom & Welle Donker-Gimbrère, 1994, 2004)
  • Grafische Symbolen in Ondersteunde Communicatie (Welle Donker-Gimbrère & Van Balkom (1995)
  • In-Com-Clusie: Inclusie door Communicatieontwikkeling en –ondersteuning (Van Balkom & Knoops, 2008)
  • Communicatie op eigen wijze (van Balkom, 2009)

Geografische beschikbaarheid

Nederland en Vlaanderen