Communicatiehulpmiddelen op maat kunnen gemaakt worden in samenwerking met een logopediste, een ergotherapeut, een begeleider of door ouders en verwanten.
Een verwijzerskast
Dit is een kast die je kunt inrichten met communicatievoorwerpen. Voorwerpen onder elkaar of naast elkaar worden geplaatst. Men leert via deze structuur zijn invullingen van het moment te ordenen. Bijvoorbeeld: In de kast liggen een tandenborstel, een beker, een haarborstel. De persoon weet dat het eerst zijn tanden gaat poetsen vervolgens met een beker moet spoelen en daarna zijn haren moet kammen.
Het communicatiebord
Met het communicatiebord worden activiteiten aangegeven die gaan gebeuren of zijn afgerond. Bijvoorbeeld: een plaatje met handen wassen, daaronder boterhammen, en daaronder een plaatje met spelende kinderen. Als de persoon zijn handen heeft gewassen kan het plaatje omgedraaid worden en kan men doorgaan met de volgende activiteit.
De persoon krijgt zelf overzicht en structuur en vergroot hiermee zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Een fotomapje
Communiceren via plaatjes kan een uitstekende communicatievorm zijn als men betekenis kan geven aan de foto of afbeelding. Gebruik een fotomapje om te communiceren aan tafel tijdens het eten. Men kan zo mogelijk leren aanwijzen wat hij nodig heeft of zelf wil eten. Het geeft ook de ander houvast om een gespreksonderwerp te vinden.
Een “wie ben ik”- boek
Dit wordt in de ik-vorm geschreven namens de persoon met ernstig meervoudige beperkingen door de ouders of een broer of zus. Hierin kunnen onderwerpen voorkomen als interesses, aktiviteiten, belangrijke personen, wensen, “wat werkt wel en wat werkt niet bij mij” etcetera.
Het levensboek
Voor een kind met een verstandelijke beperking is het lastig aan te geven wat ze allemaal hebben meegemaakt. Het is dan mogelijk om een levensboek te gebruiken. In een levensboek wordt alles beschreven wat iemand meegemaakt heeft, maar ook wie er belangrijk zijn in zijn leven.
Een pictoagenda
Een agenda waarin de activiteiten van de week ingevuld zijn met afbeeldingen die voor de persoon herkenbaar zijn.
Een diensten-/wie-is-er-bord
Op dit bord hangen foto’s van de begeleiding die aanwezig is en wat er die dag wordt gedaan. Ook hierbij worden afbeeldingen gebruikt die concreet verwijzen naar de persoon of activiteit.
Een placemat van het eten
via plaatjes of foto’s of pictogrammen wordt verteld wat er gegeten kan worden
Een takenbord
Een bord met taken die men kan uitvoeren in chronologische volgorde. Bijvoorbeeld afwassen of kamer opruimen. Als men klaar is, dan kan het kaartje weggenomen.